De regio regeert. Maar wie houdt nog de touwtjes vast?

Regionale samenwerking stelt lokale democratie voor een nieuwe werkelijkheid.

Regionale samenwerking is allang geen uitzondering meer, maar het nieuwe normaal. Grote maatschappelijke opgaven — van woningbouw tot jeugdzorg en energietransitie — laten zich niet binnen gemeentegrenzen beheersen. Daardoor groeit de invloed van regionale verbanden, terwijl het politieke mandaat en de democratische verantwoordelijkheden vooral lokaal blijven verankerd. Die spanning schuurt, en steeds meer bestuurders en raadsleden merken dat de klassieke politieke structuren niet meer aansluiten op de bestuurlijke praktijk van vandaag.

De opmars van de regio: krachtig, maar ingewikkeld

Nederlandse gemeenten nemen inmiddels deel aan tientallen samenwerkingsverbanden. Dat versterkt hun uitvoeringskracht, maar maakt de besluitvorming diffuser. Wat vroeger binnen één gemeenteraad werd beslist, verplaatst zich nu naar regionale tafels, colleges en gemeenschappelijke regelingen.

Het gevolg is een bestuurlijk landschap waarin:

  • bevoegdheden functioneel worden verspreid,
  • verantwoordelijkheden over meerdere lagen lopen,
  • en democratische controle moeilijker te organiseren is.

Raadsleden ervaren dat hun formele mandaat niet altijd meer overeenkomt met hun feitelijke invloed. Daarmee komt de kern van lokale democratie — herkenbaarheid, controle en verantwoording — onder druk te staan.

Diffuse sturing: wie beslist, wanneer en namens wie?

Formeel blijft de gemeenteraad het hoogste orgaan. Maar zodra afspraken, voorstellen en financiële keuzes in de regio worden voorbereid, verschuift het zwaartepunt van de besluitvorming. Wethouders onderhandelen in gremia waarin zij handelen namens meerdere gemeenten, terwijl raadsleden vaak pas later in beeld komen.

Die asymmetrie zorgt voor democratische frictie:

  • besluiten krijgen pas betekenis als meerdere gemeenten instemmen;
  • individuele raden hebben beperkte manoeuvreerruimte;
  • en burgers zien niet altijd meer waar besluiten precies tot stand komen.

Deze ontwikkeling is bestuurlijk logisch, maar politiek ongemakkelijk.

Noodzakelijke samenwerking, kwetsbare legitimiteit

Dat samenwerking onmisbaar is, staat niet ter discussie. Zonder regionale bundeling van expertise, capaciteit en middelen is veel beleid niet uitvoerbaar. Maar bestuurlijke slagkracht moet gepaard gaan met democratische duidelijkheid. En juist daar wringt het.

Regionale verbanden zijn vaak groot, technisch en ambtelijk ingericht. De afstand tot de lokale volksvertegenwoordiging — en tot inwoners — groeit. Daarmee ontstaat het risico op een democratisch vacuüm: een regio die bestuurt, zonder dat gekozen vertegenwoordigers overal effectief toezicht kunnen houden.

Wetgeving helpt, maar cultuur bepaalt het verschil

De herziening van de Wet gemeenschappelijke regelingen moet de positie van raadsleden versterken, hun informatiepositie verbeteren en de verantwoordingslijnen verduidelijken. Maar wetgeving kan slechts kaders scheppen. Het daadwerkelijke verschil ontstaat in bestuurlijke omgangsvormen.

Regionale samenwerking vraagt om een praktijk waarin:

  • openheid en tijdige informatievoorziening vanzelfsprekend zijn,
  • raadsleden actief worden betrokken bij regionale afwegingen,
  • en bestuurders transparant maken wat lokaal én regionaal is afgesproken.

In steeds meer regio’s ontstaan experimenten die laten zien dat dit kan: gezamenlijke beraadslagingen, open regiobijeenkomsten, of structurele terugkoppeling tussen portefeuillehouders en raden. Het zijn stappen richting meer gedeelde verantwoordelijkheid én meer democratische herkenbaarheid.

Nieuw leiderschap voor een gedeelde bestuurslaag

De bestuurlijke realiteit van vandaag vraagt om leiders die verder kijken dan de eigen organisatiegrenzen. Regionale samenwerking vereist:

  • grensoverstijgend handelen, omdat opgaven niet langer lokaal te isoleren zijn;
  • strategisch en relationeel vakmanschap, om belangen en verantwoordelijkheden te verbinden;
  • transparantie en uitlegbaarheid, zodat inwoners kunnen blijven volgen hoe besluiten worden voorbereid en genomen.

Dit type leiderschap is geen aanvulling op het bestaande, maar een noodzakelijke eigenschap voor een bestuurslaag waarin mandaat, verantwoordelijkheid en uitvoering over elkaar heen schuiven.

De kern blijft: een democratie die herkenbaar is

De regio regeert. Maar democratische legitimiteit blijft lokaal geworteld. De uitdaging voor de komende jaren ligt daarom niet in het terugdraaien van regionale samenwerking, maar in het ontwikkelen van bestuurlijke vormen die beide werkelijkheden verenigen: gezamenlijke slagkracht én duidelijke politieke verantwoording.

Alleen wanneer inwoners kunnen blijven zien wie beslist, waar dat gebeurt en waarom, blijft de verbinding tussen bestuur en samenleving intact. En precies dáár ligt de opgave voor de lokale democratie in een regio die steeds meer gewicht draagt.

Deel dit artikel

Ga snel naar

Programma Post HBO Leergang 2026

Vergroot je kansen op de arbeidsmarkt door te werken aan je persoonlijke ontwikkeling, je competenties en je vaardigheden.

Roeland Doornbosch
Algemeen directeur